Een gezond eetpatroon is geen garantie voor een goede gezondheid, maar wel een voorwaarde. Het verkleint bijvoorbeeld de kans op hart- en vaatziekten, kanker en botontkalking.
Gezonde eetgewoonten = gezond gewicht
De algemeen gebruikte standaard voor de bepaling van gezond gewicht is de Body Mass Index (BMI).
BMI = kg/m2
Of met andere woorden: De BMI = Lichaamsgewicht in kilogrammen gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
Beoordeling lichaamsgewicht:
BMI = kg/m2
Of met andere woorden: De BMI = Lichaamsgewicht in kilogrammen gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
Beoordeling lichaamsgewicht:
- 18,5> = ondergewicht
- 20 - 25 = gezond gewicht
- 25< = overgewicht
- 30< = obesitas
De BMI-schaal is niet van toepassing op kinderen en jongeren (<20 jaar). Tijdens de groeifase verandert namelijk de hoeveelheid vetweefsel. Bovendien is de BMI bij kinderen geslachtsafhankelijk: meisjes hebben gemiddeld een iets hogere BMI dan jongens.
Voedingsstoffen hebben een invloed op onze gezondheid
Energie
Energie is voor heel veel lichaamsfuncties nodig, bijvoorbeeld voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur, het kloppen van het hart, het ademhalen en alle lichamelijke activiteiten. Wie te weinig energie opneemt, valt af. Wie te veel opneemt, wordt dik.
Energie wordt vooral geleverd door vetten en koolhydraten, maar ook eiwitten en alcohol zijn energiebronnen voor het lichaam. Volgens de algemene normen voor een gezonde voeding worden bepaalde percentages van de energie geleverd door vetten, koolhydraten en eiwitten.
Eiwitten
Eiwitten zijn behalve als energieleverancier van belang voor de opbouw en het instandhouden van het lichaam. Per gram levert eiwit circa 4 kcal (17 kJ).
Vet
Vetten zijn niet alleen van belang als energiebron voor het lichaam. Ze bevatten ook onmisbare vetzuren. In vergelijking met eiwit en koolhydraten leveren ze twee keer zoveel energie. Per gram levert vet 9 kcal (38 kJ) op.
Vetten worden onderverdeeld in verzadigd vet en onverzadigd vet. Te veel verzadigd vet in de voeding vergroot de kans op hart- en vaatziekten.
Koolhydraten
Koolhydraten (zetmeel en suikers) zijn van belang als energiebron. Per gram leveren koolhydraten 4 kcal (17 kJ). In een gezonde voeding komt ongeveer de helft van de energie uit koolhydraten.
Vezel
Voedingsvezel of vezel is de verzamelnaam voor de onverteerbare bestanddelen uit plantaardige voedingsmiddelen. Vezel is nodig voor een goede darmwerking.
Alcohol
Alcohol draagt niet bij aan een gezonde voeding. Het levert alleen energie, zo'n 27 kJ (7 kcal) per gram. Veel alcohol schaadt op langere termijn de gezondheid.
Natrium
Natrium is een mineraal, dat van nature in zo goed als alle voedingsmiddelen voorkomt en dat een bestanddeel vormt van keukenzout. Natrium houdt onder meer de hoeveelheid vocht van het lichaam op peil, maar een teveel vergroot het risico op een te hoge bloeddruk.
Calcium
Calcium of kalk is nodig voor de opbouw en het instandhouden van het skelet. Ook speelt dit mineraal een rol bij de stolling van bloed en de werking van zenuwen en spieren.
IJzer
IJzer is een onderdeel van het hemoglobine. Dit is de rode kleurstof in het bloed, die voor het transport van zuurstof door het bloed zorgt.
Vitamine A
Deze vitamine is nodig voor het goed functioneren van de ogen. Ook is deze van belang voor een gezonde huid, gezond haar en tandvlees. Het speelt tevens een rol bij het opbouwen van weerstand.
Vitamine B1
Deze vitamine is nodig voor de energievoorziening. B1 speelt een rol bij de verbranding van koolhydraten en bij de werking van het hart- en zenuwstelsel.
Vitamine B2
Deze vitamine is betrokken bij de energievoorziening en is ook van belang voor het gezond houden van huid en haren.
Vitamine C
Deze vitamine is nodig voor de opbouw van stevige cellen. Ook is vitamine C essentieel voor een goede wondgenezing. Vitamine C bevordert de opname van ijzer en speelt verder een rol bij het verkrijgen van voldoende weerstand.
Energie is voor heel veel lichaamsfuncties nodig, bijvoorbeeld voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur, het kloppen van het hart, het ademhalen en alle lichamelijke activiteiten. Wie te weinig energie opneemt, valt af. Wie te veel opneemt, wordt dik.
Energie wordt vooral geleverd door vetten en koolhydraten, maar ook eiwitten en alcohol zijn energiebronnen voor het lichaam. Volgens de algemene normen voor een gezonde voeding worden bepaalde percentages van de energie geleverd door vetten, koolhydraten en eiwitten.
Eiwitten
Eiwitten zijn behalve als energieleverancier van belang voor de opbouw en het instandhouden van het lichaam. Per gram levert eiwit circa 4 kcal (17 kJ).
Vet
Vetten zijn niet alleen van belang als energiebron voor het lichaam. Ze bevatten ook onmisbare vetzuren. In vergelijking met eiwit en koolhydraten leveren ze twee keer zoveel energie. Per gram levert vet 9 kcal (38 kJ) op.
Vetten worden onderverdeeld in verzadigd vet en onverzadigd vet. Te veel verzadigd vet in de voeding vergroot de kans op hart- en vaatziekten.
Koolhydraten
Koolhydraten (zetmeel en suikers) zijn van belang als energiebron. Per gram leveren koolhydraten 4 kcal (17 kJ). In een gezonde voeding komt ongeveer de helft van de energie uit koolhydraten.
Vezel
Voedingsvezel of vezel is de verzamelnaam voor de onverteerbare bestanddelen uit plantaardige voedingsmiddelen. Vezel is nodig voor een goede darmwerking.
Alcohol
Alcohol draagt niet bij aan een gezonde voeding. Het levert alleen energie, zo'n 27 kJ (7 kcal) per gram. Veel alcohol schaadt op langere termijn de gezondheid.
Natrium
Natrium is een mineraal, dat van nature in zo goed als alle voedingsmiddelen voorkomt en dat een bestanddeel vormt van keukenzout. Natrium houdt onder meer de hoeveelheid vocht van het lichaam op peil, maar een teveel vergroot het risico op een te hoge bloeddruk.
Calcium
Calcium of kalk is nodig voor de opbouw en het instandhouden van het skelet. Ook speelt dit mineraal een rol bij de stolling van bloed en de werking van zenuwen en spieren.
IJzer
IJzer is een onderdeel van het hemoglobine. Dit is de rode kleurstof in het bloed, die voor het transport van zuurstof door het bloed zorgt.
Vitamine A
Deze vitamine is nodig voor het goed functioneren van de ogen. Ook is deze van belang voor een gezonde huid, gezond haar en tandvlees. Het speelt tevens een rol bij het opbouwen van weerstand.
Vitamine B1
Deze vitamine is nodig voor de energievoorziening. B1 speelt een rol bij de verbranding van koolhydraten en bij de werking van het hart- en zenuwstelsel.
Vitamine B2
Deze vitamine is betrokken bij de energievoorziening en is ook van belang voor het gezond houden van huid en haren.
Vitamine C
Deze vitamine is nodig voor de opbouw van stevige cellen. Ook is vitamine C essentieel voor een goede wondgenezing. Vitamine C bevordert de opname van ijzer en speelt verder een rol bij het verkrijgen van voldoende weerstand.
Evenwicht
Voeding en gezondheid zijn nauw met elkaar verbonden, daar is iedereen het over eens. Wie te weinig voedsel heeft en honger lijdt, functioneert niet meer en wordt ziek. Te veel eten of overvoeding kan echter ook de gezondheid schaden. Hart- en vaatziekten, zwaarlijvigheid en diabetes of suikerziekte staan niet voor niets bekend als welvaartsziekten. Meer is dus niet altijd beter.
Het toverwoord is evenwicht. Een handig hulpmiddeltje voor deze evenwichtsoefening is de voedingsdriehoek.
Het toverwoord is evenwicht. Een handig hulpmiddeltje voor deze evenwichtsoefening is de voedingsdriehoek.